De Beschikbaarheidswijzer is in de onderstaande categorieën ingedeeld. Per regio kunnen er verschillen zijn in de gecontracteerde zorg waardoor dit enigszins kan afwijken.
Segment 1 - Hoog complexe zorg
1. Jeugdhulp verblijf middelzwaar - 43J37
Er is sprake van zware meervoudige klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek of een psychische stoornis en/of ontwikkelingsachterstand en/of een (verstandelijke) beperking en/of gedragsproblematiek en/of hechtingsproblematiek. Klachten uiten zich in ernstige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen. De relatie tussen jeugdige en ouders is grotendeels verstoord en/of de ouder is overbelast.
Perspectief op terugkeer naar thuissituatie - Het netwerk is onvoldoende toegerust om de jeugdige de ondersteuning te bieden die noodzakelijk is. In het netwerk is daarom intensieve ondersteuning nodig om ervoor te zorgen dat de jeugdige weer terug kan naar de thuissituatie. - Redenen voor intensieve ondersteuning kunnen zijn: het netwerk heeft onvoldoende vertrouwen in de hulpverlening en/of is beperkt leerbaar en/of is overbelast en/of moet specifieke opvoedingsvaardigheden aanleren en hierin moet geïnvesteerd worden.
2. Jeugdhulp verblijf zwaar - 43J38
Er is sprake van een aaneenschakeling van zware meervoudige klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychiatrische problematiek of een psychiatrische stoornis en/of ontwikkelingsachterstand en/of een (verstandelijke) beperking en/of gedragsproblematiek en/of hechtingsproblematiek in combinatie met de behoefte aan ondersteuning vanuit de ouders ten gevolge van opgroei- en opvoednood. De jeugdige loopt door deze problematiek vast op alle leefgebieden en kan daarom niet aan reguliere onderwijs of reguliere vrijetijdsbesteding deelnemen. Er is een gemiddeld risico op zelfbeschadigend gedrag en/of suïcidaliteit. Klachten uiten zich in ernstige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen. De relatie tussen jeugdige en ouders is verstoord.
Perspectief op terugkeer naar thuissituatie Het netwerk staat open voor ondersteuning, maar is in sommige gevallen beperkt in de mogelijkheden.
3. Jeugdhulp verblijf extra zwaar - 43J39
Er is sprake van een aaneenschakeling van zware meervoudige klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychiatrische problematiek of een psychiatrische stoornis en/of ontwikkelingsachterstand en/of een (verstandelijke) beperking en/of gedragsproblematiek en/of hechtingsproblematiek in combinatie met de behoefte aan ondersteuning vanuit de ouders ten gevolge van opgroei- en opvoednood. De jeugdige loopt door deze problematiek vast op alle leefgebieden. De jeugdige kan niet naar de gewone school, naar een reguliere vrijetijdsbesteding. Er is sprake van een gemiddeld tot hoog risico op zelfbeschadigend gedrag en/of suïcidaliteit. Tevens kan de jeugdige een gevaar voor zijn/haar omgeving zijn. Klachten uiten zich in ernstige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen en vragen vanuit veiligheidsrisico’s een besloten behandelsetting. De relatie tussen jeugdige en ouders is verstoord
Perspectief op terugkeer naar thuissituatie - Het netwerk is beperkt in zijn mogelijkheden en er is intensieve ondersteuning nodig om ervoor te zorgen dat de jeugdige weer terug kan naar de thuissituatie. - Redenen voor intensieve ondersteuning kunnen zijn: het netwerk heeft onvoldoende vertrouwen in de hulpverlening en/of is beperkt leerbaar en/of is overbelast en/of moet specifieke opvoedingsvaardigheden aanleren en hierin moet geïnvesteerd worden.
4. MST (Multi Systeem Therapie) - 45J29
Multi Systeem Therapie (MST) is een intensieve behandeling voor jongeren van 12 tot 18 jaar met ernstig probleemgedrag op meerdere leefgebieden. Voorbeelden zijn verbale en/of fysieke agressie, een verstoorde relatie met ouders, wangedrag op school of niet (meer) naar school gaan, middelengebruik crimineel gedrag of in aanraking komen met politie en justitie. Zonder MST behandeling dreigt er detentie of een uithuisplaatsing. In combinatie met ernstig probleemgedrag van de jeugdige is er sprake van pedagogische onmacht bij de ouder(s). De jongere dreigt vanwege het probleemgedrag uit huis geplaatst te worden. MST is minder geschikt wanneer verslavingsproblematiek een substantieel probleem van de jongere vormt. Wel kan verslaving een onderdeel vormen van de problematiek van de jongere.
5. RGT (Relationele Gezinstherapie) - 45J30
Relationele Gezinstherapie (RGT) is bedoeld voor jongeren van 12 t/m 21 jaar met matige tot ernstige gedragsproblemen, wat tot uiting komt in antisociaal gedrag en oppositioneel of delinquent gedrag. Er is sprake van problemen op meerdere gebieden waaronder probleem- en risicovol gedrag, problematische gezinsrelatie en relaties met leeftijdsgenoten, agressie en (ernstige) problemen op school. Thuis kan sprake zijn van (hoogoplopende) conflicten. Er kan sprake zijn van middelengebruik. Ouders en jongeren hebben mogelijk al negatieve ervaringen met hulpverlening en hebben weinig hoop dat de situatie beter kan worden. Dit alles leidt tot een negatief ontwikkelingsperspectief. Er is een gemiddeld tot hoog risico op verergering van de problemen of recidive. De jongere verblijft in het gezin of maakt na maximaal 2 sessies weer deel uit van het gezin. RGT is minder geschikt wanneer verslavingsproblematiek een substantieel probleem van de jongere vormt. Wel kan verslaving een onderdeel vormen van de problematiek.
MDFT richt zich op jongeren van 12 – 19 jaar met een IQ boven de 70. De jongere is op meerdere leefgebieden vastgelopen. De jongere vertoont enkelvoudig of meervoudig probleemgedrag, waaronder criminaliteit en/of verslavingsproblematiek (alcohol, drugs, gokken, gamen). Daar kan probleemgedrag bij komen zoals spijbelen en weglopen. Er kan sprake zijn van criminaliteit: lichte (zoals vandalisme, vechtpartij) en/of ernstige delicten (zoals inbraak, mishandeling, drugshandel). Psychische- en gedragscomorbiditeit is gangbaar. De jongere heeft mogelijk geen motivatie voor behandeling. Ouders hebben mogelijk onvoldoende opvoedvaardigheden. MDFT is beschikbaar voor zowel jongeren in een strafrechtelijk- of civielrechtelijk kader als jongeren die zonder tussenkomst van justitie vragen om of instemmen met behandeling. Minstens één ouder doet mee aan de therapie.
Contra-indicaties voor MDFT zijn: - indicatie voor klinische opname bij verslaving. Het gaat hier meestal om afhankelijkheid van opiaten of van coke/crack. MDFT kan wel in beeld komen tegen het einde van de opname; - IQ onder 70; - een zodanig onveilige thuissituatie dat de jongere daar weggehaald of weggehouden moet worden.
Segment 2 - Wonen
1. Gezinshuis - 43A10
De ontwikkeling en veiligheid van de jongere is in gevaar gekomen vanwege de gezinssituatie. Er is gedwongen of vrijwillig tot een uithuisplaatsing besloten. Er kan sprake zijn van complexe problematiek. De problematiek vraagt om professionele begeleiding. Door middel van een ‘gewoon’ leven in een gezin kan de jeugdige weer een basisgevoel van veiligheid ervaren en voldoende zelfvertrouwen en vaardigheden ontwikkelen om mee te doen in de maatschappij.
2. Begeleilding naar zelfstandig wonen - 43B99
Voor jeugdigen van 16-18 jaar. Jeugdige kan om verschillende redenen, kind- en/of oudergebonden problematiek, niet meer thuis wonen. Vaak heeft de jeugdige al een jeugdhulptraject doorlopen en is dit product de stap die nodig is om vaardigheden te ontwikkelen om op eigen benen te kunnen staan, bijvoorbeeld door middel van kamertraining, fasehuis, jonge moederhuis of een woongroep. Jeugdige is leerbaar en heeft begeleiding nodig om vervolgens zelfstandig in staat te zijn om zelf invulling te geven aan dagbesteding, zelfzorg sociale redzaamheid en financiën. Er kan sprake zijn van een complexe gezinssituatie: ouders hebben onvoldoende opvoedvaardigheden en/of de draagkracht/ draaglast van het gezinssysteem is niet in verhouding.
3. Pleegzorg - 43A09
Jeugdige kan door ouder- en/of kindfactoren (tijdelijk) niet thuis wonen, volledig of in deeltijd, doordat de draagkracht van het gezin onvoldoende is om een stabiele thuissituatie te bieden. Het kan gaan om jeugdigen met gedrags-, trauma- of hechtingsproblematiek, een beperking of psychiatrische problematiek of een combinatie hiervan, waarbij de draagkracht van het gezin onvoldoende is om een stabiele thuissituatie te bieden. Het kan ook gaan om jeugdigen zonder problematiek waarbij de draagkracht van het gezin onvoldoende is door ouderfactoren of de ouders geen gezag meer hebben (jeugdbeschermings-maatregel). Pleegzorg kan worden ingezet met instemming van de ouders (vrijwillig) of door het besluit van een rechter (gedwongen kader). Bij een jeugdbeschermingsmaatregel als ondertoezichtstelling of voogdij werkt de dienstverlener nauw samen met de (gezins)voogd van de gecertificeerde instelling.
Zowel in het vrijwillig als gedwongen kader is de ondersteuning gericht op het bieden van een veilige en stimulerende opgroeisituatie voor de jeugdige.
4. Woongroep - 43A14
De ontwikkeling en veiligheid van de jeugdige is in gevaar (gekomen) vanwege de gezinssituatie. Er is gedwongen of vrijwillig tot een uithuisplaatsing besloten. Er kan sprake zijn van complexe problematiek zoals een psychiatrische beperking en/of licht verstandelijke beperking en/of gedragsproblematiek.
Segment 3 - Dagbehandeling en dagbesteding
1. Jeugdhulp voor ernstig meervoudig beperkten - 41A04
De jeugdige heeft ernstige meervoudige beperkingen. Er is ten gevolge hiervan naar verwachting een zeer laag tot geen ontwikkelperspectief. Er kan sprake zijn van: - Een laag ontwikkelingsperspectief ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking (IQ <35) en ernstige sensomotorische problematiek (zoals ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten/staan); - Een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) en ernstige en complexe lichamelijke beperkingen; - Een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) in combinatie met moeilijk te reguleren gedragsproblematiek als gevolg van ernstige psychiatrische stoornissen.
De jeugdige heeft permanent toezicht nodig. Deze doelgroep valt in hun 0e tot 2e levensjaar op bij professionals zoals een jeugdarts. Diagnose van ernstige ontwikkelingsachterstand of andere ernstige beperking wordt gesteld door een jeugdarts of vergelijkbare specialist. Het gaat om complexe problematiek waarbij het perspectief is dat er levenslang intensieve ondersteuning (behandeling of begeleiding) nodig zal zijn. Een deel van de doelgroep stroomt naar verwachting op termijn uit naar de Wlz.
2. Jeugdhulp voor opgroeiproblematiek bij het jonge kind - 41A03
Jonge kinderen tot ongeveer 6 jaar met een ernstige ontwikkelingsachterstand en/of verstandelijke- en/of lichamelijke beperking. Er is sprake van één of meer van de volgende kenmerken: - ernstige ontwikkelingsachterstand, waarbij de oorzaak divers of nog onbekend is - verstandelijke beperking - psychische problematiek - lichamelijke problematiek - ouder-/systeemproblematiek in combinatie met één of meerdere van bovenstaande kenmerken.
De jeugdige stagneert in zijn ontwikkeling en komt daardoor niet goed mee op de reguliere voorschoolse opvang. Extra inzet op voor- en vroegschoolse educatie is onvoldoende gebleken. Diagnose van ernstige ontwikkelingsachterstand wordt gesteld door een jeugdarts of vergelijkbare specialist. Er is wel perspectief op doorstroom naar een vorm van (speciaal) onderwijs.
3. Weer terug naar school - 41B03
Jeugdigen die tijdelijk of gedeeltelijk niet in staat zijn om (speciaal) basis- of voortgezet onderwijs te volgen. Perspectief is terug naar (een vorm van) onderwijs. Jeugdige is tijdelijk of gedeeltelijk niet in staat om onderwijs te volgen, als gevolg van een of meer van de volgende problematieken: - gedrags- of ontwikkelingsproblematiek - verstandelijke beperking - hoogbegaafdheid - psychische- of psychiatrische problematiek - systeemproblematiek
De jeugdige heeft problemen met het functioneren in een groep, met reflecteren en het aanpassen van het eigen gedrag. Extra ondersteuning geboden door de school (OPP) blijkt ontoereikend voor de jeugdige om (geheel) deel te kunnen nemen aan het onderwijs. De jeugdige heeft een (gedeeltelijke) ontheffing op basis van de variawet. Mogelijk gaat de jeugdige nog wel enkele dagen of dagdelen naar school.
4. Duurzame dagbesteding - 41A18
Jeugdigen van 4 tot 18 jaar die (gedeeltelijk) niet in staat zijn om (regulier of speciaal) onderwijs te volgen. De jeugdige volgt deels onderwijs (ontheffing variawet) of de jeugdige heeft een ontheffing Leerplicht, omdat eerder is vastgesteld dat de jeugdige ook in de toekomst niet aan het onderwijs kan deelnemen. Er is sprake van een of meer van de volgende kenmerken, die tot effect hebben dat de jeugdige niet in staat is om (volledig) onderwijs te volgen: - gedragsproblematiek - ontwikkelingsachterstand - (licht) verstandelijke beperking - GGZ problematiek - Eventueel in combinatie met medische problemen
5. Specialistische naschoolse opvang - 50A93
Jeugdigen van 4 tot 18 jaar die (tijdelijk) niet of niet geheel in staat zijn om naar een reguliere naschoolse/buitenschoolse opvang te gaan. Er is sprake van een of meer van de volgende kenmerken, die tot effect hebben dat de jeugdige (tijdelijk) niet (volledig) naar een reguliere voorziening voor naschoolse opvang kan: - gedragsproblematiek - ontwikkelingsachterstand - (licht) verstandelijke beperking - GGZ problematiek - eventueel in combinatie met medische problemen
Segment 4 - Veelvoorkomend, specialistisch
1. Vaktherapie - 45J50
Er is sprake van psychische dan wel psychosociale problematiek en/of een vastgelopen ontwikkeling en/of ingrijpende ervaringen, gebeurtenissen, veranderingen en/of beperkingen die leiden tot klachten op het gebied van emotieregulatie, contact met het eigen gevoelsleven en zelfbeeld, omgaan met stress of op het sociaal functioneren. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in: gedragsproblemen, psychosomatische klachten, leer- en ontwikkelingsproblemen of communicatieproblemen. Er is sprake van een complexe of verstoorde relatie tussen ouder en kind en/of het gezinssysteem en/of ouders/verzorgers hebben moeite om het kind te begrijpen en te begeleiden en hebben behoefte aan ondersteuning.
Er is met regelmaat sprake van klachten op een beperkt aantal leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek en/of beperkte ontwikkelingsachterstand en/of een beperking en/of gedragsproblematiek in combinatie met de behoefte aan ondersteuning vanuit de ouders ten gevolge van opgroei- en opvoedspanning of beperkte leerbaarheid. Ouder voelt zich mogelijk onvoldoende competent. Veelal is er sprake van enkelvoudige problematiek met een lage complexiteit. De klachten beperken het dagelijks functioneren.
3. Jeugdhulp ambulant regulier groep - 45A71
Er is sprake van enkel- of meervoudige klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek of stoornis, en/of dreigende ontwikkelingsachterstand en/of een beperking en/of gedragsproblematiek. Er is betrokkenheid van ouders bij het vinden van oplossingen voor problemen ten gevolge van opgroei- en opvoedspanning. Klachten van het kind uiten zich in matige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen. De relatie tussen kind en ouders kan verstoord zijn. Het netwerk is voldoende leerbaar en inzetbaar voor ondersteuning.
Er is sprake van enkelvoudige of meervoudige problematiek, ten gevolge van psychische problematiek of een stoornis. Er is sprake van een vastgestelde DSM-5 stoornis. De jeugdige laat internaliserend en/of externaliserend problematisch gedrag zien. De jeugdige participeert leeftijd-adequaat in de samenleving. Mogelijk is ook sprake van psychische problematiek/verslaving van de ouder(s).
Er is sprake van meervoudige problematiek, eventueel op meerdere leefgebieden, ten gevolge van psychische problematiek of stoornis. Er is sprake van een vastgestelde DSM-5 stoornis. De jeugdige laat internaliserend en/of externaliserend problematisch gedrag zien. De jeugdige participeert in beperkte mate leeftijd-adequaat in de samenleving. Ouders hebben mogelijk niet de juiste opvoedvaardigheden. Mogelijk is ook sprake van psychische problematiek/verslaving van de ouder(s). Jeugdige/netwerk heeft mogelijk onvoldoende vertrouwen in de hulpverlening. Er is een risico op crisis.
Er is een hoog risico op crisis. Als er geen sprake is van een hoog risico op crisis, kan dit product niet ingezet worden. Er is sprake van meervoudige problematiek, op meerdere leefgebieden, ten gevolge van psychische problematiek of stoornis. Er is sprake van een vastgestelde DSM 5 stoornis. De jeugdige is (tijdelijk) niet meer in staat om (leeftijd-adequaat) in de samenleving te participeren. De jeugdige laat internaliserend en/of externaliserend zwaar problematisch gedrag zien. Ouders hebben mogelijk niet de juiste opvoedvaardigheden. Jeugdige/netwerk heeft mogelijk onvoldoende vertrouwen in de hulpverlening. Mogelijk is ook sprake van psychische problematiek/verslaving van de ouder(s).
Jeugdige heeft een IQ tot 85 en/of er is sprake van een verstandelijke beperking van de ouder(s). Jeugdige is vanuit de cognitieve beperking (beperkt) leerbaar op de benoemde behandeldoelen. Er is naast LVB sprake van enkelvoudige problematiek. De draagkracht/draaglast kan uit balans zijn. Jeugdige laat problematisch gedrag zien, waardoor de ontwikkeling verstoord wordt.
Jeugdige heeft een IQ tot 85, of een hieraan grenzend IQ, waarbij door de meervoudige problematiek noodzaak is tot behandeling binnen een LVB-setting. Er is mogelijk sprake van een verstandelijke beperking van de ouder(s). Jeugdige is vanuit de cognitieve beperking (beperkt) leerbaar op de benoemde behandeldoelen. Er is naast LVB sprake van meervoudige problematiek. De draagkracht/draaglast is uit balans. Jeugdige laat problematisch gedrag zien, waardoor de ontwikkeling verstoord wordt.
Er is sprake van meervoudige problematiek, op meerdere leefgebieden, in combinatie met een ondersteuningsbehoefte van ouders. De jeugdige laat zodanig problematisch gedrag zien, dat hierdoor de ontwikkeling verstoord wordt. De draagkracht/draaglast van het systeem is fors uit balans.
Er is sprake van meervoudige problematiek, op meerdere leefgebieden, in combinatie met een ondersteuningsnoodzaak van ouders. Er is sprake van drang of dwang. De jeugdige laat zodanig problematisch gedrag zien, dat hierdoor de ontwikkeling verstoord wordt. De draagkracht/draaglast van het systeem is fors uit balans. Er is sprake van (complexe) conflicten en/of beperkingen in het systeem, waardoor de ontwikkeling van de jeugdige stagneert of dreigt te stagneren. Er is sprake van veiligheidsrisico’s voor de jeugdige. De jeugdige/het netwerk heeft mogelijk onvoldoende vertrouwen in de hulpverlening. Vaak hebben er al meerdere hulpverleningstrajecten plaatsgevonden. Er is een hoog risico op crisis / uithuisplaatsing.
11. ED Ernstige Dyslexie, diagnostiek - 45D17
Jeugdige in de leeftijd van 7 - 12 jaar. Het diagnostiektraject is afgerond als het kind nog op het primair onderwijs (basisonderwijs) zit. Er is sprake van ernstige problemen met leren lezen maar ook meestal met spellen. Er wordt geen goede koppeling gemaakt tussen klanken en letters. De problemen met lezen en spellen komen meestal samen maar soms ook los van elkaar voor. Dyslexie levert veel problemen op met het leren van de andere schoolvakken. Op basis van leesdossieronderzoek van school bestaat het vermoeden van ED. De aanvraag voor diagnostiek volgt op een periode van intensieve ondersteuning door de school.
Een dyslexietraject mag in beginsel alleen worden gestart als er geen sprake is van een andere stoornis of multiproblematiek. Uitzondering hierop is als de stoornis of problematiek onder controle is en het de behandeling van ED niet in de weg staat. Dit is conform de richtlijnen van het NKD (https://www.nkd.nl).
12. ED Ernstige Dyslexie, behandeling - 45B17
Jeugdige heeft de leeftijd van 7 - 12 jaar. Het behandeltraject ED start als het kind nog op het primair onderwijs (basisonderwijs) zit. Door middel van diagnostiek ED (45D17) is vastgesteld dat er sprake is van ED. Een dyslexietraject mag in beginsel alleen worden gestart als er geen sprake is van een andere stoornis of multiproblematiek. Uitzondering hierop is als de stoornis of problematiek onder controle is en het de behandeling van ED niet in de weg staat. Dit is conform de richtlijnen van het NKD (https://www.nkd.nl).
13. Diagnostiek - 45J14
Als een vermoeden bestaat dat er iets met een jeugdige en/of het gezinssysteem aan de hand is, maar de aard en de ernst van het probleem nog niet voldoende duidelijk is, kan diagnostiek ondersteuning bieden om de hulpvraag te verhelderen en de hulpvraag in de context te plaatsen. Verwijzers kunnen om diagnostiek vragen bij zorgaanbieders.
14. Instellen en controleren psychofarmaca - 45C55
Dit product is bedoeld voor het instellen, controleren en bijstellen van psychofarmaca tijdens of na een behandeltraject. Deze inzet vindt veelal plaats door de psychiater of verpleegkundig-specialist. Inzet van dit product als medicatiecontrole na afronding van de behandeling kan alleen als de medicatiecontrole niet door de huisarts kan worden uitgevoerd.
Voor GGZ-aanbieders, gecontracteerd in segment 1, geldt dat het instellen, controleren en bijstellen onder de lopende GGZ-3 indicatie valt.
15. Begeleiding individueel 1 - 50A81
Er is sprake van klachten en/of praktische vragen op enkele leefgebieden ten gevolge van psychosociale problematiek, een beperkte ontwikkelingsachterstand, een verstandelijke beperking of gedragsproblematiek. Jeugdige heeft ondersteuning nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen Ouders en jeugdige zijn beiden leerbaar. Er is geen sprake van een complexe gezinssituatie: ouders hebben voldoende opvoedvaardigheden of kunnen deze ontwikkelen, alleen de draagkracht/draaglast is (tijdelijk) niet in verhouding.
16. Begeleiding individueel 2 - 50A82
Er is sprake van klachten en/of vragen op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychosociale problematiek, een beperkte ontwikkelingsachterstand, een verstandelijke beperking of gedragsproblematiek. Het netwerk is beperkt ondersteunend. Het gezin wordt actief en regelmatig ontlast en ondersteund om met de situatie om te kunnen gaan. Jeugdige heeft ondersteuning nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen. De jeugdige heeft mogelijk beperkingen bij de daginvulling. Ouders en/of jeugdige zijn mogelijk beperkt leerbaar. Er is mogelijk een complexe gezinssituatie. Ouders hebben voldoende opvoedvaardigheden of kunnen deze ontwikkelen, alleen de draagkracht/draaglast is niet in verhouding. Er zijn geen risico's op het gebied van veiligheid.
17. Begeleiding individueel 3 - 50A83
Er is sprake van zware klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychosociale problematiek en/of een (beperkte) ontwikkelingsachterstand en/of een verstandelijke beperking en/of gedragsproblematiek. Het netwerk heeft weinig tot geen mogelijkheden om ondersteuning te bieden. Het gezin moet actief ontlast en intensief ondersteund worden om met de situatie om te kunnen gaan. De jeugdige heeft beperkingen bij de daginvulling. Ouders en/of jeugdige zijn mogelijk beperkt leerbaar. Er is sprake van een complexe gezinssituatie. Dit uit zich o.a. door: - Ouders hebben onvoldoende opvoedvaardigheden om met de huidige situatie en de omvang van de problematiek om te kunnen gaan. - Draaglast/draagkracht van de jeugdige en/of het gezin is niet in verhouding. - Gedrags- en/of psychische beperking van jeugdige en/of verzorgers zorgen voor dagelijkse problemen binnen het gezin of school/dagbesteding. De ontwikkeling en veiligheid van de jeugdige worden bedreigd.
Er is sprake van een complexe gezinssituatie, waarbij meerdere gezinsleden, als gevolg van uiteenlopende problemen, op meerdere leefgebieden de grip op het dagelijks leven kwijt zijn of dreigen te verliezen. De veiligheid en/of de ontwikkeling van het kind dreigt daardoor in het geding te komen. De problematiek van het gezin heeft de overhand, waardoor andere hulpverlening niet of nauwelijks ingezet kan worden. Gezinsleden zijn beperkt of niet leerbaar en hebben beperkte opvoedvaardigheden. Het gezin heeft weinig of geen ondersteunend (sociaal) netwerk. Dit uit zich onder andere in de volgende problematiek: - geen structuur in het huishouden en/of - slechte administratie en financiën en/of - woonoverlast met mogelijk een dreiging tot huisuitzetting en/of - zorgmijdend gedrag en/of - onaangepast gedrag en/of - beperkte deelname aan het maatschappelijk of economisch verkeer. Het gezin loopt hierdoor continu vast in het normale leven en het bieden van voldoende ontwikkelingsperspectief voor het kind.
19. Begeleiding groep 1 - 50A85
Er is met regelmaat sprake van klachten, meestal op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek, een beperkte ontwikkelingsachterstand, een verstandelijke beperking of gedragsproblematiek. Het netwerk is beperkt ondersteunend. Het gezin en/of de jeugdige moet actief ontlast en ondersteund worden om met de situatie om te kunnen gaan. Gedrags- en/of psychische beperking van jeugdige en/of verzorgers zorgen regelmatig voor problemen binnen het gezin of op school. Jeugdige heeft ondersteuning nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen, o.a. op de mate van (sociale) zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen. Jeugdige heeft mogelijk beperkingen bij de daginvulling maar gaat wel gewoon naar school. Ouders en/of jeugdige zijn mogelijk beperkt leerbaar. Er is mogelijk een complexe gezinssituatie. Ouders hebben mogelijk voldoende opvoedvaardigheden of kunnen deze ontwikkelen. Met name de draagkracht/draaglast is niet in verhouding.
20. Begeleiding groep 2 - 50A86
Er is sprake van regelmatige of zware klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychosociale problematiek en/of een (beperkte) ontwikkelingsachterstand en/of een verstandelijke beperking en/of gedragsproblematiek. Het netwerk heeft weinig tot geen mogelijkheden om ondersteuning te bieden. Het gezin moet actief ontlast en intensief ondersteund worden om met de situatie om te kunnen gaan. De veiligheid van de jeugdige en/of het gezin wordt mogelijk bedreigd. Gedrags- en/of psychische beperking van jeugdige en/of verzorgers zorgen dagelijks voor problemen binnen het gezin of op school. Jeugdige heeft gespecialiseerde ondersteuning nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen, o.a. op de mate van (sociale) zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen. De jeugdige heeft beperkingen bij de daginvulling maar gaat wel gewoon naar school. Ouders en/of jeugdige zijn mogelijk beperkt leerbaar. Er is sprake van een complexe gezinssituatie. Ouders hebben mogelijk onvoldoende opvoedvaardigheden om met de huidige situatie en de omvang van de problematiek om te kunnen gaan. De draaglast/draagkracht van de jeugdige en/of het gezin is niet in verhouding.
21. Logeren Jeugd - 43J11
Er is sprake van klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek of stoornis, en/of dreigende ontwikkelingsachterstand, en/of een beperking en/of gedragsproblematiek. Het betreft jeugdigen die een grote ondersteuningsbehoefte hebben en een grote noodzaak tot structuur en regelmaat. Jeugdige heeft een hoge prikkelgevoeligheid en daarom kan er met regelmaat behoefte zijn aan een prikkelarme omgeving.
Logeren is ontwikkelingsgericht. Er wordt voorzien in adviezen om ouders/verzorgers buiten het logeren om in hun kracht te zetten. Logeren is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van de jeugdige. Het kan tevens als doel hebben om inzet van zwaardere zorg te voorkomen. Er wordt volgens een individueel ondersteuningsplan aan doelen gewerkt en zorg geleverd. Ouder(s) worden actief betrokken bij de doelen van de begeleiding, aangezien het geleerde ook binnen het gezinssysteem een plek moet krijgen. Bij deze jeugdigen is continue directe nabijheid van een begeleider noodzakelijk. Tijdens het logeren wordt begeleiding geboden die zich richt op het goed verlopen van het logeren zoals het eten, het slapen en gezamenlijke activiteiten. Begeleiding van de jeugdige en het gezinssysteem tijdens en gerelateerd aan de logeermomenten is bij dit product inbegrepen. Logeren kan ook ingezet worden als transitiezorg; een jongere die na een verblijfsperiode bij een zorgaanbieder stapsgewijs naar huis keert waarbij logeren een onderdeel is van de terugkeer. Daarnaast kan logeren ingezet worden als overbruggingszorg indien er een wachttijd is voor bijvoorbeeld een langdurige behandeling of pleegzorg.
22. Respijtzorg jeugd - 43A40
Er is sprake van klachten ten gevolge van psychische problematiek of stoornis, en/of dreigende ontwikkelingsachterstand, en/of een beperking en/of gedragsproblematiek. Hierdoor ontstaat de behoefte aan tijdelijke ontlasting van ouders/verzorgers en/of het gezin ten gevolge van opgroei- en opvoedspanning.
Segment 5 - Crisis
1. Ambulante spoedhulp Jeugd - 46AS1
Er is sprake van een crisissituatie waarbij de consequentie van uitblijvende zorg binnen 24 tot 48 uur zal leiden tot onaanvaardbare gezondheids- of veiligheidsrisico’s. Klachten uiten zich in ernstige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen en een onveilige situatie voor de jeugdige en/of de omgeving. De relatie tussen jeugdige en ouders is verstoord. Intensieve behandeling, altijd multidisciplinair ingebed, is gericht op het beslechten van de crisis en de inzet van juiste vervolgondersteuning. De veiligheid van de jeugdige en het gezin staat voorop. Stabilisatie vindt zoveel mogelijk in de eigen omgeving en het eigen systeem van de jeugdige plaats. De inzet van ambulante spoedhulp is gericht op voorkomen van uithuisplaatsing.
2. Ambulante spoedhulp Jeugd GGZ - 46AS2
Er is sprake van een crisissituatie met GGZ-problematiek waarbij de consequentie van uitblijvende zorg binnen 24 tot 48 uur zal leiden tot onaanvaardbare gezondheids- of veiligheidsrisico’s. Klachten uiten zich in ernstige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen en een onveilige situatie voor de jeugdige en/of de omgeving. Er kan ook sprake zijn van psychotische ontregeling vanuit middelengebruik. Er is sprake van psychosociale problemen. Ambulante Spoedhulp Jeugd GGZ is gericht op het voorkomen of verkorten van een opname, en het tijdelijk ondersteunen van het ambulante behandelteam om behandeling zo goed mogelijk te continueren. Intensieve behandeling, altijd multidisciplinair ingebed, is gericht op het beslechten van de crisis en de inzet van juiste vervolgondersteuning. De veiligheid van de jeugdige en het gezin staat voorop. Stabilisatie vindt zoveel mogelijk in de eigen omgeving en het eigen systeem van de jeugdige plaats.
3. Spoedhulp verblijf Jeugd - 46SV1
Er is sprake van een crisissituatie waarbij de consequentie van uitblijvende 24-uurs zorg binnen 24 tot 48 uur zal leiden tot onaanvaardbare gezondheids- of veiligheidsrisico’s. Klachten uiten zich in ernstige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen en een onveilige situatie voor de jeugdige en/of de omgeving. De relatie tussen jeugdige en ouders is verstoord. Zeer intensieve behandeling, altijd multidisciplinair ingebed, die gericht is op het beslechten van de crisis en de inzet van juiste vervolgondersteuning. De veiligheid van de jeugdige en het gezin staat voorop.
4. Spoedhulp verblijf Jeugd GGZ - 46SV2
Er is sprake van een crisissituatie met GGZ-problematiek waarbij de consequentie van uitblijvende 24-uurs zorg binnen 24 tot 48 uur zal leiden tot onaanvaardbare gezondheids- of veiligheidsrisico’s. Klachten uiten zich in ernstige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen en een onveilige situatie voor de jeugdige en/of de omgeving. De relatie tussen jeugdige en ouders is verstoord. Zeer intensieve behandeling, altijd multidisciplinair ingebed, die gericht is op het beslechten van de crisis en de inzet van juiste vervolgondersteuning. De veiligheid van de jeugdige en het gezin staat voorop.
5. Pleegzorg crisis Jeugd - 46PCJ
Er is sprake van een crisissituatie waarbij de consequentie van uitblijvende 24-uurs zorg binnen 24 tot 48 uur zal leiden tot onaanvaardbare gezondheids- of veiligheidsrisico’s. Het is nodig een gezinssituatie te bieden aan de jeugdige die door acute omstandigheden niet thuis kan wonen. Zeer intensieve ondersteuning is gericht op het beslechten van de crisis, het bieden van een veilige en stimulerende opgroeisituatie voor de jeugdige en het gezin en het starten van het gezinsonderzoek. Inzet is gericht op: • Stabilisatie van de crisis en begeleiding terug naar huis of begeleiding naar vervolghulp; • De veiligheid van de jeugdige en het gezin staat voorop; • Herstel van het contact met de ouders en het netwerk en daar waar mogelijk terugkeer naar huis; • Zoveel mogelijk in stand houden van het “gewone leven” van de jeugdige (bijv. volgen van onderwijs en invulling vrije tijd); Zeer intensieve begeleiding voor de duur van maximaal 28 dagen, wekelijkse begeleiding van gemiddeld 2 uur, is wenselijk. Dit kan ingezet worden met een aparte indicatie (stapeling). Op de eerstvolgende werkdag van of na inzet van het crisispleeggezin overlegt de aanbieder met het lokale toegangsteam over het vervolg. Behandeling van de jeugdige is géén onderdeel van het product en kan in overleg met het lokale toegangsteam, eventueel op advies van een medewerker vanuit de dienst spoedeisende zorg of gezinsvoogd, afzonderlijk ingezet worden.
6. Gezinshuis crisis Jeugd - 46GCJ
Er is sprake van een crisissituatie waarbij de consequentie van uitblijvende 24-uurs zorg binnen 24 tot 48 uur zal leiden tot onaanvaardbare gezondheids- of veiligheidsrisico’s. De ontwikkeling en veiligheid van de jongere is in gevaar gekomen vanwege de gezinssituatie. De problematiek vraagt om professionele begeleiding. Door middel van een ‘gewoon’ leven in een gezin kan de jeugdige weer een basisgevoel van veiligheid ervaren en voldoende zelfvertrouwen en vaardigheden ontwikkelen om mee te doen in de maatschappij. Een belangrijk kenmerk van een gezinshuis is het bieden van een normaal gezinsleven aan jeugdigen, waarbij het bieden van structuur, veiligheid en geborgenheid voorop staat. Inzet is gericht op: • Stabilisatie van de crisis en begeleiding terug naar huis of begeleiding naar vervolghulp; • Herstel van het contact met de ouders en het netwerk en daar waar mogelijk terugkeer naar huis; • Zoveel mogelijk in stand houden van het “gewone leven” van de jeugdige (bijv. volgen van onderwijs en invulling vrije tijd); Begeleiding voor de duur van maximaal 28 dagen is wenselijk. Dit kan ingezet worden met een aparte indicatie (stapeling). Behandeling van de jeugdige is géén onderdeel van het product en kan in overleg met het lokale toegangsteam, eventueel op advies van een medewerker vanuit de dienst spoedeisende zorg of gezinsvoogd, afzonderlijk ingezet worden.