Begeleiding is individuele ondersteuning gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie voor kwetsbare inwoners. Het bewerkstelligen van verandering in gedrag en vaardigheden en het begeleiden bij achteruitgang hoort hier ook bij. Het signaleren van en acteren op veranderingen in de gezondheidssituatie, de leefomstandigheden en de sociale omgeving van de cliënt maakt onderdeel uit van dit product. Wanneer mogelijk en passend bij de cliënt kan gebruik worden gemaakt van beeldzorg. Waar mogelijk is de begeleiding erop gericht toe te werken naar een situatie waarin deze niet meer nodig is en de cliënt gebruik kan maken van reguliere maatschappelijke voorzieningen t.b.v. participatie en zelfstandigheid met minder of zonder ondersteuning. De focus ligt hierbij op trainen en coachen. De begeleiding vindt plaats in de dagelijkse leefomgeving. Daar valt een werk(ervarings)plek ook onder.
1.2 Begeleiding crisishulp
Een crisis is een acute ernstige verstoring van het alledaagse functioneren van het gezin. Door de ontregeling die plaatsvindt, schieten de gebruikelijke oplossingsstrategieën tekort. Bij een crisis kan het gaan om problemen tussen ouders en kinderen die van grote impact zijn op het kind, zoals huiselijk geweld, kindermishandeling, verwaarlozing, (v)echtscheiding of ernstige conflicten met adolescenten. Daarnaast moet er op zeer korte termijn hulp ingezet worden. Crisis kan worden vastgesteld door de crisisdienst, Veilig Thuis, wijkteam, huisarts en gecertificeerde instellingen. Op het moment dat er sprake is van crisis moet de betreffende hulp binnen uiterlijk 48 uur geregeld zijn. De inzet van hulp bij een crisissituatie mag maximaal 4 weken duren. De crisishulp is gericht op stabilisatie of herstel binnen het gezin. Tijdens de duur van crisishulp wordt onderzocht wat het beste perspectief is voor de jeugdige. Opdrachtnemer spant zich tot het uiterste in om een uithuisplaatsing, als reactie op crisis, te voorkomen, of terugkeer naar huis te realiseren.
2. Behandeling
2.1. Behandeling
Behandeling in het kader van de Jeugdwet omvat zorg door huisartsen, medisch specialisten, GZ-psychologen, Orthopedagogen en Psychotherapeuten. De behandeling omvat:
a) communicatieve behandeling, b) farmacotherapie, c) fysische therapie, d) multisysteemtherapie e) vaktherapie (gedragswetenschappers) f) orthopedagogische behandeling (Multi-disciplinair) overeenkomstig Art. 2.4 Besluit zorgverzekeringswet, voor zover deze behandeling geen onderdeel is van het vergoedingensysteem van enige andere wet.
Behandeling vindt plaats op basis van een diagnose waarbij door middel van triage de aard en ernst wordt vastgesteld. Het betreft een interventie gericht op het veranderen van gedrag dan wel het aanleren van ander gedrag waarbij er altijd een begin en eind is. De duur wordt vooraf bepaald. Behandeling Multi Systeem Therapie Multi Systeem Therapie (MST) is een bewezen effectieve behandeling voor jongeren van 12 tot 18 jaar met ernstige gedragsproblemen (zoals agressief gedrag, uitval of wangedrag op school, middelenmisbruik, crimineel gedrag, of in aanraking komen met politie en justitie) bij wie plaatsing dreigt in de JeugdzorgPlus. MST is een intensieve vorm van behandeling waarbij één hoogopgeleide MST-therapeut het gezin meerdere malen per week in de thuissituatie bezoekt én gedurende 3-5 maanden 24 uur per dag voor het gezin bereikbaar is. Op ieder moment is een therapeut beschikbaar, ook in het weekend en 's nachts, want jongeren vertonen nu eenmaal niet alleen probleemgedrag tussen 9:00 en 17:00 uur. Behandeling Orthopedagogisch De autonome handelingen (niet onder toezicht van een BIG-geregistreerde GZ-psycholoog) van een orthopedagoog die de preventie, het onderzoek en het opsporen van problemen in verband met de opvoeding, het gedrag, de ontwikkeling of de scholing bij jeugdigen tot doel hebben en de behandeling of de begeleiding van die jeugdigen. De behandeling of begeleiding kan zowel gericht zijn op de jeugdige zelf, op de gezinscontext of de bredere omgeving. Behandeling Vaktherapie Vaktherapie is een verzamelnaam voor onderstaande vormen: Speltherapie, Psychomotorische (kinder-) Therapie, Beeldende-, Dans-, Drama- of Muziektherapie. NB. Therapie met dieren, hulphonden, rots- en watertrainingen vallen niet onder vaktherapie en komen derhalve niet voor vergoeding in het kader van vaktherapie in aanmerking. Opdrachtgever vergoedt alleen vaktherapie voor zover die niet vergoed wordt door zorgverzekeraar.
3. Dagbesteding
Dagbesteding is het geven van een zinvolle daginvulling aan inwoners, welke wordt aangeboden in een groep. Zingeving en zinbeleving staan hierbij centraal. De activiteiten dragen bij aan de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de cliënt. Dagbesteding sluit aan op wat iemand (nog) kan leren/ontwikkelen en/of bijdragen in de samenleving. Wanneer mogelijk is de dagbesteding gericht op overdracht richting arbeidsparticipatie. Stabiliseren van de situatie en begeleiding bij achteruitgang hoort ook bij dagbesteding. Het signaleren van en acteren op veranderingen in de gezondheidssituatie, de leefomstandigheden en de sociale omgeving van de cliënt maakt onderdeel uit van dit product.
4. Praktische Thuisondersteuning
Inwoners die beperkt zijn in het voeren van regie op het eigen huishouden worden in staat gesteld om met praktische thuisondersteuning deze regie (deels) zelf en/ of met zijn/ haar netwerk op te pakken. De ondersteuning richt zich op het goed laten functioneren van het geheel. De ondersteuning kan dus gericht zijn op de client maar ook op diens netwerk. Met het bieden van structuur, bijvoorbeeld middels weekoverzichten, wordt iemand gestimuleerd tot handelen over te gaan. Praktische thuisondersteuning biedt ook langdurig ondersteuning aan de groep inwoners die geen sterk sociaal netwerk hebben en niet staat zijn om de regie op het eigen huishouden op te pakken.
5. Jeugd GGZ
5.1. Basis GGZ
Basis GGZ richt zich op diagnostiek en behandeling van enkelvoudige, lichte tot matige, niet-complexe psychische/psychiatrische problemen of stabiele chronische problematiek.
5.2. Specialistische GGZ
Specialistische GGZ richt zich op diagnostiek en specialistische behandeling van (zeer) complexe psychische/psychiatrische problemen. In beide gevallen kan de diagnostiek en behandeling zowel extramuraal als intramuraal plaatsvinden.
5.3. Crisis behandeling
Behandeling conform Specialistische GGZ die ingezet wordt in sprake van een crisissituatie. Crisis kan worden vastgesteld door de crisisdienst, Veilig Thuis, wijkteam, huisarts en gecertificeerde instellingen. Op het moment dat er sprake is van crisis moet de betreffende behandeling binnen uiterlijk 48 uur geregeld zijn. De inzet van een crisissituatie mag maximaal 28 dagen duren. Tijdens de duur van crisisverblijf wordt onderzocht wat het beste perspectief is voor de jeugdige. Opdrachtnemer spant zich tot het uiterste in om een uithuisplaatsing, als reactie op crisis, te voorkomen of terugkeer naar huis te realiseren.
5.4. Verblijf zonder overnachting
Bij deze patiëntengroep is een klinisch verblijf met overnachting niet nodig, maar voortgezette intensieve psychiatrische behandeling met verblijf in de instelling wel noodzakelijk. Tijdelijk worden meerdere behandelingen gedurende de dag aangeboden waarbij spreiding over de dag noodzakelijk is. Vanwege de intensiteit van deze medisch noodzakelijke behandelmomenten is aanvullende begeleiding noodzakelijk om het verhoogde risico op ontregeling te beperken, dan wel adequate maatregelen te nemen zodat de psychiatrische behandeling en destabilisatie van psychische functies succesvol kunnen verlopen.
5.5. Verblijf tariefklasse A t/m G
Verblijf is een hulpmiddel om de doelen te halen bij de hulp en ondersteuning en wordt ingezet als er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging. Hulp en ondersteuning aan jeugdigen en hun gezin, netwerk en omgeving vindt in principe plaats in de thuissituatie, tenzij dat niet kan of wenselijk is. Ofwel verblijf is een interventie in een ambulant traject. Verblijf GGZ is gericht op noodzakelijke opname om de benodigde specialistische GGZ te bieden. De verblijfsvormen A tot en met G lopen op in zorgzwaarte rondom dit verblijf. Uitgangspunt is dat de jeugdige na verblijf elders weer naar huis gaat, tenzij het in het belang van de jeugdige of de thuissituatie is om naar een andere verblijfsplek te gaan. Verblijf is zo kort als mogelijk en zo lang als nodig. Verblijf is ondersteunend aan de doelen die binnen de hulpverlening zijn gesteld.
6. Verblijf Jeugd
Verblijf is een hulpmiddel om de doelen te halen bij de hulp en ondersteuning en wordt ingezet als er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging. Ofwel verblijf is een interventie in een ambulant traject. Er zijn vijf verblijfsvormen binnen de maatwerkvoorzieningen: Pleegzorg, Gezinshuizen en Residentieel en drie milieus-voorziening, Logeren en Crisisopvang. Hulp en ondersteuning aan jeugdigen en hun gezin, netwerk en omgeving vindt in principe plaats in de thuissituatie, tenzij dat niet kan of wenselijk is. Uitgangspunt is dat de jeugdige na verblijf elders weer naar huis gaat, tenzij het in het belang van de jeugdige of de thuissituatie is om naar een andere verblijfsplek te gaan. Verblijf is zo kort als mogelijk en zo lang als nodig. Verblijf is ondersteunend aan de doelen die binnen de hulpverlening zijn gesteld.
6.1. Verblijf Residentieel en drie milieus-voorzieningen
Residentiële jeugdhulp is een vorm van hulpverlening waarbij kinderen en jongeren, vrijwillig of gedwongen, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven. Zij verblijven in leefgroepen en worden begeleid door pedagogisch medewerkers. Het verblijf kan variëren van enkele dagen per week tot de hele week, voor een korte of langere periode. Een 3-milieusvoorziening is een voorziening voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking waarbij sprake is van ernstige problematiek met ernstige gedragsstoornissen. De begeleiding van jeugdigen vindt plaats in een accommodatie op een afgebakend terrein met afstemming van verblijf, scholing/werken en vrijetijdsbesteding onder directe begeleiding.
6.2. Pleegzorg
Pleegzorg is een bijzondere vorm van zorg omdat vrijwilligers, de pleegouders, een essentiële rol spelen. Zij nemen een kind op in hun gezin en bieden verblijf, verzorging en vervanging van de oorspronkelijke opvoedsituatie tot ouders de zorg zelf weer aankunnen. Is dat niet mogelijk, dan blijft het kind voor langere tijd bij de pleegouders, soms totdat het kind volwassen is. Pleegzorg wordt ingezet tot 21 jaar tenzij het eerder kan of moet eindigen. Dit gebeurt in samenspraak met het wijkteam. Pleegzorgaanbieders onderhouden de contacten met pleegouders. Zij sluiten een pleegcontract, bereiden pleegouders voor en begeleiden hen en de biologische ouders, keren vergoedingen uit ter dekking van de kosten.
6.3. Gezinshuis
Wanneer een kind niet kan worden geplaatst bij familie of in een pleeggezin kan het worden geplaatst in een gezinshuis. Een gezinshuis is een professionele 24-uurs voorziening waarin verzorging, opvoeding en begeleiding wordt geleverd in het eigen gezin in het vrijwillige kader en het gedwongen kader. De gezinshouder is een (zorg)professional en heeft een opleiding gevolgd en ervaring opgedaan die aansluit bij de hulp en begeleiding die een kind nodig heeft. Daarnaast is één of beide partners van de gezinshouders in dienst van de jeugdzorgorganisatie onder wie het gezinshuis valt.
6.4. Logeren
Een flexibele vorm van kortdurend verblijf waarbij het kind in een huiselijke omgeving logeeropvang wordt geboden met, afhankelijk van de ondersteuningsvraag, ontwikkelingsgerichte begeleiding, toezicht en/of zorg (24 uur per dag). Het verblijf omvat bed, bad, brood en toezicht. Logeren kan voor een kind een of enkele keren of met een zekere regelmaat worden ingezet. Logeren kan worden ingezet, bijvoorbeeld alleen in vakantieperiodes (aaneengesloten periodes waarbij de structuur van school wegvalt). Logeren is een functie die meerdere doelen kan hebben. Ten eerste kan het ouders/verzorgers ondersteunen en daarmee uithuisplaatsing van het kind voorkomen. Logeren wordt daarom ook wel respijtzorg genoemd: het tijdelijk en volledig overnemen van de zorg van ouders/verzorgers zodat zij een adempauze kunnen nemen. Ten tweede kan het worden ingezet om het kind tijdelijk uit de thuissituatie te kunnen halen ten behoeve van zijn ontwikkeling.
6.5. Crisis
Een crisis is een acute ernstige verstoring van het alledaagse functioneren van het gezin. Door de ontregeling die plaatsvindt, schieten de gebruikelijke oplossingsstrategieën tekort. Bij een crisis kan het gaan om problemen tussen ouders en kinderen die van grote impact zijn op het kind, zoals huiselijk geweld, kindermishandeling, verwaarlozing, (v)echtscheiding of ernstige conflicten met adolescenten. Daarnaast moet er op zeer korte termijn opvang en/of hulp ingezet worden. Het is noodzakelijk voor een kind dat dit buiten het gezin plaatsvindt. Crisis kan worden vastgesteld door de crisisdienst, Veilig Thuis, wijkteam, huisarts en gecertificeerde instellingen. Op het moment dat er sprake is van crisis moet de betreffende opvang binnen uiterlijk 48 uur geregeld zijn. De inzet van een crisissituatie mag maximaal 4 weken duren. Tijdens de duur van crisisverblijf wordt onderzocht wat het beste perspectief is voor de jeugdige. Opdrachtnemer spant zich tot het uiterste in om een uithuisplaatsing, als reactie op crisis, te voorkomen of terugkeer naar huis te realiseren. Crisishulp die wordt ingezet bij crisisopvang valt onder het product Begeleiding.
7. Jeugdzorg Plus
7.1. Jeugdzorg Plus
JeugdzorgPlus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van hulpverlening. Zonder behandeling vormen zij een risico voor zichzelf of hun omgeving. Een verzoek tot JeugdzorgPlus kan worden ingediend door een gemeente, de Raad voor de Kinderbescherming, een gecertificeerde instelling of de Officier van Justitie. De kinderrechter beslist of een jongere JeugdzorgPlus nodig heeft. Als dat zo is, legt de rechter een civiele maatregel op en spreekt de ‘machtiging gesloten jeugdhulp’ uit. Een kinderrechter kan ook een ‘voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp’ verlenen waarin voorwaarden staan. Als de jongere zich aan de voorwaarden houdt, hoeft hij of zij niet (terug) naar de JeugdzorgPlus instelling. Een JeugdzorgPlus traject duurt gemiddeld 8-9 maanden. Fase 1 bestaat uit het gedeelte gesloten jeugdzorg. Hierbij heeft de rechtbank een machtiging gesloten plaatsing afgegeven. De jeugdige verblijft in een gesloten groep en ontvangt daar behandeling en begeleiding. Fase 1 duurt gemiddeld 3 tot 4 maanden. Fase 2 is het 2e gedeelte van het totale traject, maar zonder de gesloten plaatsing. De jeugdige kiest samen met ouders, GI en zorgaanbieder wat het beste past qua zorgaanbod om het traject af te ronden. Dit kan variëren van verblijf op een open groep bij de JeugdzorgPlus aanbieder, verblijf elders, intensieve ambulante ondersteuning. Dat is altijd maatwerk want het is afgestemd op de jongere. Fase 2 duurt momenteel gemiddeld 4-5 maanden.
7.2. Toeleiding Jeugdzorg Plus
Het traject van aanvraag tot opname wordt begeleid door de GI.
8. Ernstige Dyslexie
Als er sprake is van ernstige leesproblematiek al dan niet in combinatie met spellingproblemen, kan een leerling in aanmerking komen voor specialistische (vergoede) zorg. Dit bestaat uit een vergoed dyslexieonderzoek en indien geïndiceerd een dyslexiebehandeling. Om ernstige dyslexie vast te stellen moet er sprake zijn van een ernstig en hardnekkig leesprobleem (al dan niet in combinatie met spellingproblemen). Dit moet blijken uit het leerling dossier dat door school wordt ingevuld
9. Landelijk Transitie Arrangement
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt namens alle gemeenten afspraken met aanbieders die een essentiële, landelijke functie vervullen in het zorglandschap. Voor deze functies sluiten we (namens het collectief van gemeenten) raamovereenkomsten waarbinnen gemeenten naar gebruik afrekenen. De VNG heeft hiervoor het mandaat gekregen in de algemene ledenvergadering.
Het Landelijk Transitiearrangement (LTA) is een set aan afspraken die door de VNG landelijk wordt gemaakt, met een beperkt aantal jeugdhulpaanbieders, om er zeker van te zijn dat er een contractbasis is voor aanbieders met uitzonderlijk aanbod.