1.1. Verblijf - inclusief behandeling - intensief en hoog complex
Kenmerk is stabilisering. Klinische en ambulante behandeling wordt mogelijk gemaakt, ontregeling is niet meer aan de orde.
1.2. Verblijf of wonen - inclusief begeleiding - hoog midden en laag complex
Kenmerk is verblijf met behandelende of intensieve begeleiding door wisselende professionals. Thuis wonen is door problematiek van jeugdige of ouder niet mogelijk
1.3. Pleegzorg en Gezinshuis
Kenmerk is de gezinsgerichte omgeving die de jeugdige nodige heeft. In het gezinshuis wordt de nog aanwezige problematiek van de jeugdige professioneel benaderd.
1.4. Logeren - tijdelijk verblijf
Ook bij tijdelijk en kort verblijf is er altijd sprake van een ontwikkelingsgerichte benadering door professionals. Vaak dient het als time-out of vermindering van de belasting van de thuissituatie.
Ambulant - individueel
2.1. Systeemgerichte opvoedinterventies - intensief en hoog complex
Kenmerk is de systeem-ontwrichtende situatie. Interventies zijn noodzakelijk om opnames in JZ+, Hoog-specialistische J-GGZ of Hoog-specialistische Jeugdhulpgroep te voorkomen en het systeem weer basis te geven voor een positieve ontwikkeling.
2.2. Begeleiding jeugdige en gezin - midden en laag complex
Kenmerk van deze prestaties zijn de verdere implementatie van de positieve ontwikkeling die de jeugdige / het systeem heeft gerealiseerd. Verdere begeleiding is nodig om terugval te voorkomen, verder ontwikkelen van vaardigheden
2.3. Dagbehandeling - intensief hoog en midden complex
Kenmerk is de therapeutische aanpak. Vanuit de individuele benadering wordt gestreefd naar integratie van de behaalde vaardigheden in het reguliere leven van de jeugdige
2.4. (Observatie)diagnostiek
Kenmerk is de objectieve waarneming en onderzoek rond het gedrag van de jeugdige om een advies te kunnen geven over (mogelijke) voortgang van interventies
2.5. Behandeling J-GGZ
Kenmerk is de inzet van (hoog)-specialistische GGZ-kennis, om op basis van diagnostiek een behandeling te geven op de psychiatrische problematiek van de jeugdige waardoor deze een vermindering van de problemen ervaart , de problemen hanteerbaar zijn en de jeugdige zoveel mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk leven.
Ambulant - groep
3.1. Systeemgerichte opvoedinterventies - intensief en hoog complex
Kenmerk is de systeem-ontwrichtende situatie binnen het systeem. Dat kan zijn op basis van de problematiek van de jeugdige zelf maar veelal ligt deze problematiek ook binnen het brede systeem waarin de jeugdige leeft. Groepsinterventies zijn bij deze interventies effectiever door het herkennen van de patronen van het eigen systeem bij de andere groepsdeelnemers.
3.2. Begeleiding jeugdige en gezin - laag complex
Kenmerk is het versterken van de behaalde vaardigheden op voorliggende problematiek door de interactie met de andere deelnemers in de groep
3.3. Dagbehandeling - intensief hoog en midden complex
Kenmerk is het kunnen profiteren van de groepsdynamiek die begeleid wordt door gespecialiseerde behandelaars. Doordat de jeugdige meerdere uren aaneen behandeld wordt is er een grotere mogelijkheid tot het slagen van de behandeling.
3.4. Dagbesteding
Kenmerk is het versterken van de ontwikkeling van de jeugdige, meestal specifiek op het sociale vlak. Deze ontwikkeling wordt gestimuleerd door het aanbieden van structuur, betekenisvolle activiteiten, samenwerken.
3.5. Behandeling J-GGZ
Kenmerk is de inzet van meerdere disciplines binnen 1 tijdsbestek op de psychiatrische problematiek van de jeugdige. De behandeling kent een effectiever effect door de inzet van de groepsdynamiek.
Persoonlijke verzorging
Persoonlijke verzorging richt zich op de ontwikkeling of stabiliseren van algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg om een tekort aan zelfredzaamheid op te lossen door het aanleren van vaardigheden zodat de Cliënt zo zelfstandig mogelijk kan deelnemen aan de samenleving. De inzet van persoonlijke verzorging is tevens mogelijk om het gezin tijdelijk te ondersteunen omdat de draagkracht/draaglast binnen het gezin is verstoord of om de maatschappelijke participatie van ouders mogelijk te maken.
Dyslexie
Deze categorie heeft uitsluitend betrekking op de diagnostiek en behandeling van Ernstige Dyslexie (ED) in de leeftijdscategorie tussen de zeven en twaalf jaar. Van ED is sprake als: De lees- en spellingproblematiek ernstig is en de school er alles aan heeft gedaan wat volgens het “Protocol Leesproblemen en Dyslexie” nodig is. Er geen co-morbiditeit is, met bijvoorbeeld andere stoornissen zoals ADHD, autisme, of deze worden tijdens de dyslexiebehandeling als stabiel beschouwd.
Onderwijs zorgarrangement (OZA)
Een onderwijs-zorgarrangement richt zich op leerlingen met een gecombineerde onderwijs- en ondersteuningsbehoefte en diens omgeving, waarin speciaal onderwijs of jeugdhulp niet alleen kan voorzien. Het onderwijs is verantwoordelijk voor het leveren van een passende onderwijsplek en daarbij behorende ondersteuning, de gemeenten voor de jeugdhulp.
Casusregie
Kenmerk van de casusregie is het onder leiding van een professional tot stand komen en doen uitvoeren van één perspectief/hulpverleningsplan voor de jeugdige. Ook kan er sprake zijn van het integreren van diverse hulpverleningsinterventies voor meerdere gezinsleden. Casusregie is aan de orde bij gezinnen als gezinsleden zelf niet meer in staat zijn het overzicht en de regie te hebben. Er is onderscheid in casusregie zwaar en regulier.
Crisis
8.1 Pleegzorg en Gezinshuis
Kenmerk is het met spoed of acuut opnemen van de jeugdige en/of leden van zijn systeem binnen een gezinsgerichte omgeving om een verdere onveilige situatie te voorkomen. Opname in crisis kent een korte termijn.
8.2. J-GGZ
Kenmerk is het op hoog-specialistische wijze inzetten van interventies bij acute psychiatrische problematiek van de jeugdige waar de veiligheid van de jeugdige en zijn omgeving in het geding is. Inzet crisis J-GGZ heeft de intentie om verdere interventies – na stabilisering – mogelijk te maken.
Gecertificeerde instellingen (GI's)
9.1 OTS
Kenmerk van de OTS is dat de G.I. regie en toezicht heeft op de veiligheid van de jeugdige. De G.I. kan bepalen wat er nodig is om deze veiligheid te realiseren. Ouders behouden het ouderlijk gezag
9.2 Voogdij
Kenmerk van een voogdij-maatregel is dat de (medewerker van) de G.I. het ouderlijk gezag overneemt en de volledige verantwoording, regie en toezicht heeft op de veiligheid van de jeugdige. De G.I. kan bepalen wat er nodig is om deze veiligheid te realiseren.
9.3 Drang
Kenmerk van begeleiding in het drangkader is dat de begeleiding van de GI niet is bepaald door een beschikking van de kinderrechter maar dat jeugdige/ouders vrijwillig de hulpverlening van de G.I. aanvaarden.
9.4 Advies en begeleiding
Kenmerk is dat de G.I. aan gemeentelijke Toegangen en andere instellingen advies kan geven hoe de begeleiding van een jeugdige in het vrijwillige kader het effectiefst ingezet kan worden.